ABRvS 31 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:374 – Na jaren procederen mag burgemeester saunaclub niet alsnog sluiten vanwege tijdsverloop en beperkte hoeveelheid harddrugs.

Print deze pagina

5.4. Zoals de Afdeling in de uitspraak van 8 december 2021 heeft overwogen kan tijdsverloop ertoe leiden dat sluiting van een pand op grond van artikel 13b van de Opiumwet redelijkerwijs niet meer zal bijdragen aan het bereiken van de doelen die met een dergelijke sluiting worden gediend. Als een burgemeester een pand nog niet feitelijk heeft gesloten en daar nog wel toe wil overgaan, moet zij daarom opnieuw een beoordeling maken van de noodzaak van het alsnog sluiten als meer dan één jaar is verstreken sinds de datum dat de sluiting volgens het bestuursdwangbesluit in zou zijn gegaan. De burgemeester dient te onderbouwen waarom op de sluitingsdatum naar haar oordeel nog steeds gerechtvaardigd is dat de sluiting plaatsvindt en dat deze plaatsvindt voor de te bepalen sluitingsduur. De burgemeester dient daarbij in te gaan op de vraag waarom de doeleinden die de Opiumwet met sluiting beoogt te dienen nog steeds een sluiting rechtvaardigen. Bij dit nieuw te nemen besluit geldt voor het overige de hiervoor in 1. genoemde uitspraak van 16 januari 2019 als uitgangspunt. Het nieuwe besluit beperkt zich dus tot een beoordeling van de noodzaak om al dan niet nog steeds te willen sluiten en, ingeval van sluiting, tot een vaststelling van sluitingsdatum en -duur.

5.5. De Afdeling oordeelt dat de burgemeester niet in een overmachtssituatie is geraakt. Hoewel de burgemeester geen invloed heeft op de lange doorlooptijden bij de rechterlijke colleges, maakt dat nog niet dat dergelijke vertraging juist Yin Yang moet worden aangerekend. Dat Yin Yang gebruik heeft gemaakt van de haar toekomende rechtsmiddelen, valt niet als misbruik aan te merken. De onderhavige zaak is onvoldoende vergelijkbaar met de zaak die heeft geleid tot de door de burgemeester genoemde uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling van 18 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:3033, reeds omdat in die zaak geen sprake was van tijdsverloop van meer dan een jaar sinds de datum dat de sluiting volgens het bestuursdwangbesluit zou zijn ingegaan. Die uitspraak leidt daarom niet tot een ander oordeel.

5.6. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de burgemeester in het besluit van 23 maart 2022 onvoldoende gemotiveerd dat de sluiting op 25 februari 2019 voor de duur van twaalf maanden alsnog en nog steeds noodzakelijk was. Niet is gebleken dat de sluiting nog nodig was om de loop naar het pand eruit te halen, de bekendheid van de saunaclub als drugspand teniet te doen, herhaling te voorkomen en/of het signaal af te geven dat drugscriminaliteit niet wordt getolereerd.

Wat de burgemeester aan informatie naar voren heeft gebracht ziet de Afdeling niet als aanwijzing dat er ook na de overtreding van 26 november 2016 in of vanuit het pand drugs werden verhandeld. Daarvoor is die informatie onvoldoende concreet. Niet is gebleken van meldingen over feitelijke drugshandel, niet van buurtbewoners en ook niet van prostituees of klanten. Over attributen die met de handel in drugs in verband kunnen worden gebracht, staat niets in de bestuurlijke rapportage en ook overigens is daarvan niet gebleken. De burgemeester noch de politie hebben controles laten uitvoeren toen het pand nog open was vanwege de schorsingsbeslissingen van voorlopige voorzieningenrechters. De burgemeester kan er niet in worden gevolgd dat uit de controles met speurhonden, die in opdracht van Yin Yang zelf plaatsvonden, de aanwezigheid van handelshoeveelheden drugs is gebleken. In de rapportages van het bedrijf Snifferdogs over de periode tot 22 november 2017 tot en met 11 februari 2018 staat weliswaar dat de speurhonden meldingen hebben gedaan, maar de directeur van Snifferdogs heeft schriftelijk verklaard dat dit restgeur is en niet betekent dat er drugs aanwezig waren. Behalve de vondst van een gebruikershoeveelheid van twee joints op 3 februari 2018 heeft Snifferdogs geen verdovende middelen gevonden.

Wel heeft de politie op 7 december 2017 per toeval 2,32 g harddrugs in het pand aangetroffen. Die dag is de politie ter plaatse gekomen naar aanleiding van een melding van Yin Yang van diefstal van goederen door een klant, die voor het eerst in de saunaclub was. De politie en Yin Yang hebben samen de locker van de verdachte van de diefstal geopend en daarin de harddrugs aangetroffen. In de bestuurlijke rapportage van 15 januari 2018 staat dat de verdachte heeft verklaard dat die drugs zijn eigendom waren en voor eigen gebruik dienden. Op de zitting is de Afdeling gebleken dat de politie geen proces-verbaal van verhoor van de verdachte heeft opgemaakt, zodat over het eigen gebruik geen nadere informatie beschikbaar is. Dit samenstel van feiten acht de Afdeling, ook in samenhang bezien met de overtreding van 26 november 2016, onvoldoende om een sluiting op 25 februari 2019 te rechtvaardigen. Het tijdsverloop, waarin er verder helemaal geen tekenen van drugshandel waren, acht de Afdeling te groot. Hierbij is mede van belang dat er tussen de gemeente en de club vrij intensief overleg heeft plaatsgevonden over maatregelen om de aanwezigheid van drugs in de saunaclub tegen te gaan. Uit correspondentie tussen de advocaat van Yin Yang en de juridisch medewerker bijzondere wetten van de gemeente over de periode van in ieder geval 7 februari 2018 tot en met 15 januari 2019 – één dag voor de uitspraak van 16 januari 2019 – blijkt juist de bereidheid van partijen om de saunaclub, weliswaar onder voorwaarden maar dan toch, open te houden. De burgemeester heeft niet kunnen motiveren waarom het onder die omstandigheden noodzakelijk was om de club met ingang van 25 februari 2019 te sluiten.

5.7. Gelet hierop is de Afdeling van oordeel dat het besluit van de burgemeester tot sluiting onevenredig is.

Het betoog slaagt.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:374

Print deze pagina

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *