ABRvS 31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2068 – toepassing zeer spoedeisende bestuursdwang om te voorkomen dat overtreding groter werd door inrichting met slot af te sluiten mag (anders dan Rb. oordeelde). Er was al een overtreding, dus is het verder geen preventieve handhaving.

Print deze pagina

Karakter en spoedeisendheid bestuursdwang

8.       Het college betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het geen zeer spoedeisende bestuursdwang kon toepassen. Het college betoogt dat er een risico bestond op het ontstaan of verergering van bodemverontreiniging, dat de aanvoer van het kunststofafval de hele dag zou duren en dat tpD Recycling niet bereid was deze aanvoer te stoppen. Ook heeft de rechtbank volgens het college ten onrechte overwogen dat slechts sprake was van een preventieve maatregel in plaats van een herstelsanctie.

8.1.    Artikel 5:2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb luidt: “In deze wet wordt verstaan onder herstelsanctie: een bestuurlijke sanctie die strekt tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, tot het voorkomen van herhaling van een overtreding, dan wel tot het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding.”

Artikel 5:7 luidt: “Een herstelsanctie kan worden opgelegd zodra het gevaar voor de overtreding klaarblijkelijk dreigt.”

Artikel 5:21 luidt: “Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:

a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en

b. de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.”

Artikel 5:31 luidt:

“1. Een bestuursorgaan dat bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen, kan in spoedeisende gevallen besluiten dat bestuursdwang zal worden toegepast zonder voorafgaande last. Artikel 5:24, eerste en derde lid, is op dit besluit van overeenkomstige toepassing.

2. Indien de situatie zo spoedeisend is, dat een besluit niet kan worden afgewacht, kan terstond bestuursdwang worden toegepast, maar wordt zo spoedig mogelijk nadien alsnog een besluit als bedoeld in het eerste lid bekendgemaakt.”

8.2.    Zoals onder 7.3 is overwogen, heeft het college terecht een overtreding van artikel 2.9 van het Activiteitenbesluit geconstateerd, omdat door tpD Recycling verontreinigd kunststofafval anders dan boven een goedgekeurde vloeistofdichte voorziening werd opgeslagen. Volgens het controlerapport van 2 en 4 december 2019 vond op 4 december 2019 meer aanvoer van dit afval plaats en zou de aanvoer van dit afval de rest van de dag voortduren. Volgens het controlerapport is om 10:15 uur aan tpD Recycling meegedeeld dat de werkzaamheden per direct gestaakt moesten worden. Op dat moment bleek dat tpD Recycling daaraan niet wilde meewerken, omdat zij afspraken had voor de opslag van 1.000 ton ongereinigd kunststofafval en dit afval al onderweg was. Vervolgens heeft het college zeer spoedeisende bestuursdwang toegepast door de poorten tot het door tpD Recycling gehuurde terrein af te sluiten met kettingsloten. Zoals het college heeft toegelicht, strekte de toegepaste bestuursdwang ter voorkoming van verergering van de al bestaande overtreding door de aanvoer van veel meer verontreinigd kunststofafval. De aanvoer van het kunststofafval op 4 december 2019 vond al plaats en door het afsluiten van de hekwerken heeft het college een aanzienlijke vergroting van de al bestaande overtreding voorkomen. Naar het oordeel van de Afdeling was al hierom sprake van een herstelsanctie als bedoeld in artikel 5:2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb, nog daargelaten dat op grond van artikel 5:7 van de Awb een herstelsanctie, waaronder zeer spoedeisende bestuursdwang, al mogelijk is als een gevaar voor overtreding klaarblijkelijk dreigt. Onder de genoemde omstandigheden, waaronder het feit dat tpD Recycling niet bereid was de aanvoer van het kunststofafval te staken, werd verder voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van zeer spoedeisende bestuursdwang zoals opgenomen in artikel 5:31 van de Awb.

Het betoog slaagt.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@137494/202200671-1-r4/

Print deze pagina

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *