” 1. Het college heeft Bontrup in last 2 onder oplegging van een dwangsom gelast om binnen vier maanden na verzenddatum van het besluit van 17 december 2019 de binnen de inrichting aanwezige vloeistofdichte vloer alsnog door een erkende instelling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Activiteitenregeling milieubeheer te laten beoordelen en goedkeuren. Indien de overtreding niet binnen de gestelde termijn is beëindigd, wordt een dwangsom verbeurd van € 55.344,30 per week dat de overtreding voortduurt. Het maximale bedrag waarboven geen dwangsom meer zal worden verbeurd bedraagt € 553.443,00. […]
5. Bontrup heeft ten aanzien van last 2 onder meer betoogd en met behulp van uitgebrachte offertes onderbouwd dat het keuren van de vloeistofdichte vloer voor een bedrag van ongeveer € 63.000,00 mogelijk is. De dwangsom is daarom volgens haar disproportioneel hoog.
Het college heeft ter zitting het bovenstaande erkend en aangekondigd dat in de beslissing op bezwaar de dwangsom zal worden verlaagd. Reeds gelet hierop ziet de voorzieningenrechter aanleiding om bij wijze van voorlopige voorziening het bestreden besluit, voor zover het last 2 betreft, te schorsen.”
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2020:692