” 6. De gemeente voert aan dat de situatie zodanig spoedeisend is, dat het op de weg van de minister had gelegen om binnen de door de gemeente gestelde termijn van zeven dagen te beslissen op het verzoek om handhaving en niet de uiterste termijn van acht weken te hanteren die is opgenomen in artikel...
Categorie: Signaleringen
Rb. Den Haag 6 april 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:3111 – beroep op vertrouwensbeginsel gehonoreerd: toezegging dat dwangsommen niet zouden worden ingevorderd moet worden nagekomen
6.5. Voorts beroepen eisers zich op het vertrouwensbeginsel. Volgens eisers had verweerder in de omstandigheid, dat hen zou zijn toegezegd dat geen dwangsommen zouden worden geïnd bij tijdige indiening van de omgevingsvergunning, aanleiding moeten zien af te zien van invordering dan wel de dwangsommen te matigen. 6.6. Volgens de Afdelingsuitspraak van 29 mei 2019 moeten...
CBb 25 maart 2020 – ECLI:NL:CBB:2020:187 – Waarschuwing dat als niet voor bepaald moment overtreding wordt opgeheven handhaving volgt, is geen besluit
” 1.3. Bij brief van 18 april 2018 heeft verweerder appellant hiervoor een waarschuwing gegeven. In deze waarschuwing heeft verweerder aangegeven welke overtredingen appellant heeft begaan en welke afspraken appellant diende na te leven. Meer specifiek staat onder afspraak twee het volgende: “U stopt met het in en rond uw woning houden van: – 2...
ABRvS 18 maart 2020 – ECLI:NL:RVS:2020:778 – aanmaning waarbij wordt aangezegd dat ‘incasso aan deurwaarder in handen zal worden gegeven’ bij niet tijdige betaling voldoet aan 4:112 Awb
“2.6. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de rechtbank gelet op de inhoud van voormelde brief terecht geconcludeerd dat hierin duidelijk is aangegeven dat het een aanmaning betreft. Nu voorts in de brief is aangegeven dat bij niet tijdige betaling de incasso in handen wordt gegeven van een gerechtsdeurwaarder en dat alle kosten voor...
ABRvS 18 maart 2020 – ECLI:NL:RVS:2020:797 – Gevaarlijke situatie betekent dat er minder onderzoek wordt verlangd van de toezichthouder
“2.3. Het ligt op de weg van het college om aannemelijk te maken dat [appellant] heeft gehandeld in strijd met de aan hem opgelegde last en de daartoe vereiste feiten vast te stellen. De rechtbank heeft met juistheid geoordeeld dat het college met het controlerapport van 9 april 2018 aannemelijk heeft gemaakt dat niet aan...
WODC onderzoek schorsende werking bij bestuurlijke boetes
“Samenvatting Het verschil in schorsende werking van rechtsmiddelen tussen bestuursrecht en strafrecht heeft aanleiding gegeven tot de volgende probleemstelling. Hoe dient het als hoofdregel ontbreken van schorsende werking van bezwaar en beroep tegen boetebesluiten uit normatief respectievelijk empirisch oogpunt te worden beoordeeld? Is er reden om, overeenkomstig het strafrecht, te voorzien in een wettelijke regeling...
ABRvS 11 maart 2020 – ECLI:NL:RVS:2020:720 – rechter altijd verplicht om zelf boete vast te stellen bij vernietiging boetebesluit, opdracht tot nemen nieuw besluit niet mogelijk
4.1. De rechtbank heeft ten onrechte geen toepassing gegeven aan artikel 8:72a van de Awb. Deze bepaling geeft geen ruimte om bij vernietiging van de oplegging van een bestuurlijke boete een opdracht te geven om een nieuw besluit te nemen. De rechtbank had zelf een beslissing over het opleggen van de boete moeten nemen. De...
CBb 10 maart 2020 ECLI:NL:RVS:2020:158 – strafrechtelijk sepot wegens gebrek aan bewijs staat niet in de weg aan aannemen overtreding in het bestuursrechtelijk traject
3.6. Met betrekking tot de beroepsgrond dat aan appellant voor dezelfde overtreding een strafbeschikking is opgelegd die wegens gebrek aan bewijs is ingetrokken en geseponeerd, overweegt het College als volgt. 3.6.1. Ingevolge artikel 6, tweede lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) wordt een...
ABRvS 6 maart 2020 – ECLI:NL:RVS:2020:692 – VoVo getroffen omdat dwangsom onevenredig hoog is
” 1. Het college heeft Bontrup in last 2 onder oplegging van een dwangsom gelast om binnen vier maanden na verzenddatum van het besluit van 17 december 2019 de binnen de inrichting aanwezige vloeistofdichte vloer alsnog door een erkende instelling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Activiteitenregeling milieubeheer te laten beoordelen en...
ABRvS 4 maart 2020, ECLI:NL:RVS:2020:671 – verzoek om feitelijk te controleren geen handhavingsverzoek
7.1. De Afdeling is van oordeel dat de rechtbank de brief van 12 december 2017 ten onrechte als besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb heeft aangemerkt, zij het op andere gronden dan de gronden die door [appellant] zijn aangevoerd. De Afdeling overweegt hierover als volgt. Het verzoek van [appellant] komt erop...