Bericht

ABRvS 10 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1811 – Afd. vernietigt uitspraak Rb die handhaving tegen een in 1999 (en sindsdien bij de gemeente bekende) gebouwde overkapping onevenredig achtte. Niet handhaven levert “geen gedraging op waarmee de indruk is gewekt van een welbewuste standpuntbepaling dat niet handhavend zou worden opgetreden” = ook geen beroep op het vertrouwensbeginsel.

Vertrouwensbeginsel 5.       [appellant sub 2] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat hij een gerechtvaardigd beroep kan doen op het vertrouwensbeginsel. Daartoe voert hij aan dat het college in het verleden mondeling aan zijn vader heeft toegezegd dat de aanbouw mocht worden gebouwd. Dat deze toezegging aan de vader van [appellant sub 2] is gedaan,...

Bericht

ABRvS 10 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1846 – Dat huurovk nog tot einde jaar duurt is geen reden voor een langere bg-termijn dan de geboden 7 dagen om gebruik te beëindigen. Afdeling wijst beoordeling invorderingsbeschikking terug naar Rb vanwege feitelijke complexiteit.

– begunstigingstermijn te kort 13.     Oostappen betoogt dat de rechtbank ten onrechte de door het college vastgestelde begunstigingstermijn van zeven dagen niet onredelijk heeft geacht. De meeste lopende huurovereenkomsten hadden een looptijd tot het einde van het (kalender)jaar. Volgens Oostappen is het voor haar onmogelijk om binnen die termijn personen te (doen) verwijderen met wie...

Bericht

ABRvS 10 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1836 – Boete in strijd met 5:4 Awb omdat BO boete baseert op een wetsinterpreteredende eigen beleidsregel en daarbij een lezing van de wet heeft die niet “zonder meer voortvloeit” uit de wettelijke definities.

4.       [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er sprake was van een overtreding. Er is sprake van inwoning door de derde persoon. Voor inwoning is niet vereist dat de hoofdbewoners één huishouden vormen. Maar zelfs als dat vereiste wel zou gelden, is aan de voorwaarden voor inwoning voldaan. Het begrip ‘huishouden’ ziet...

Bericht

Rb. Rotterdam 10 mei 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:3933 – Menselijke fout bij tijdig indienen rapport: geen rechtvaardigingsgrond of matigingsgrond. BO mag verder fouten maken, staat boeteoplegging in algemene zin niet in de weg. “Geen enkel bestuursorgaan zou anders een boete kunnen opleggen.” Harderwijk niet relevant bij bestuurlijke boete.

6.5 Dat er volgens eiseres geen sprake was van een te laat opgestelde of onjuiste rapportage, maar van een menselijke fout door haar medewerker die per abuis of uit onwetendheid niet op de knop ‘Aanleveren’ heeft gedrukt, is geen reden om van boeteoplegging af te zien. Eiseres heeft niet ontkend dat zij wist hoe zij...

Bericht

Rb. Gelderland 10 mei 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:2657 – Dat een toezichthouder opschrijft dat er sprake is van een overtreding, betekent niet dat het BO die conclusie moet overnemen. BO moet zelf ook toetsen. Controle methode ondeugdelijk. Er mag maximaal 8 uur worden puingebroken, maar er is maar 7 uur gecontroleerd zodat nooit vastgesteld had kunnen worden of te lang puin werd gebroken.

Constateringen in Geluidmeetrapport 5.1. Eiser stelt dat het college alleen al had moeten handhaven, omdat uit het Geluidmeetrapport1 volgt dat de toezichthouder heeft geconstateerd “dat de breker en de zeef 9,5 uur aan het breken en zeven zijn. Hiermee wordt niet voldaan aan voorschrift 2.6.1 en 8.3.2 van de vigerende vergunning.” Dit rapport voldoet aan de bewijsregels...

Bericht

ABRvS 10 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1818 – Aangifte VPB onvoldoende om inzicht te krijgen in financiële situatie overtreder. Belastingaanslagen en jaarrekeningen nodig.

6.       Daarnaast betoogt [bedrijf] dat de rechtbank in zijn financiële omstandigheden reden had moeten zien om de boete te matigen. 6.1.    Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (zie onder meer de uitspraak van 21 maart 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BV9509) bestaat reden tot matiging van een boete als de overtreder aannemelijk maakt dat hij door de  boete onevenredig wordt getroffen....

Bericht

ABRvS 10 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1812 – BO mag na vernietiging BOB door Rb. een nieuwe BOB nemen waarin tot dezelfde uitkomst wordt gekomen (handhaving door oplegging last) maar met een betere motivering.

Heeft het college de uitspraak van de rechtbank in acht genomen? 6.       [appellant sub 2] betoogt dat het college bij het nemen van het besluit van 14 juli 2022 de uitspraak van de rechtbank niet in acht heeft genomen. Volgens haar houdt die uitspraak in dat het college niet mag handhaven. 6.1.    Anders dan [appellant...

Bericht

ABRvS 10 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1827 – onduidelijk beleid om te waarschuwen én preventief te handhaven – Afdeling herinterpreteert beleid naar een logische lezing (waarschuwing en dan normale handhaving).

Het besluit van 30 september 2021 5.       De burgemeester heeft in opdracht van de rechtbank opnieuw een besluit genomen op het bezwaar van [appellant sub 2] e.a. De burgemeester oordeelt in navolging van de rechtbank dat [appellante sub 1] de voorschriften heeft overtreden. Daarnaast heeft de burgemeester [appellante sub 1] een waarschuwing gegeven dat hij...

Bericht

ABRvS 3 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1739 – Staat een bepaalde overtreding in het handhavingsverzoek, maar is daar in bezwaar en beroep door de overtreder niet op teruggekomen? Dan valt het wel binnen het geding en kan rechter daar dus ambtshalve vragen over stellen.

8.3.    Voor zover het college en de veehouderij stellen dat de rechtbank ten onrechte buiten de omvang van het geding is getreden door te oordelen dat het college bij het vaststellen van de referentiesituatie voor het houden van vee in stallen van een verkeerde toestemming zijn uitgegaan, omdat dit geen betoog was van MOB en...

Bericht

CRvB 2 mei 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:813 – BO mag niet aannemen dat OV-chipkaart start en eindpunt aantonen waar iemand verblijft: “Deze aanname gaat in het algemeen te ver, reeds nu appellant heeft verklaard dat hij soms door zijn kinderen of werkgever met de auto naar huis is gebracht”

Intrekking en terugvordering 4.3. De te beoordelen periode loopt van 1 februari 2018 tot en met 26 augustus 2019. 4.4. Intrekking van bijstand is een voor de betrokkene belastend besluit. Daarom rust de bewijslast om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor intrekking is voldaan in beginsel op de bijstandverlenende instantie. Dit betekent dat...