Rb. Noord-Nederland 25 januari 2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:191 – last onduidelijk geformuleerd. Bij hoeveel honden is geen sprake meer van het bedrijfsmatig houden?

Print deze pagina

Omschrijving last

16. Eisers betogen dat de last niet duidelijk geformuleerd is. In dit verband wijzen eisers erop dat het niet duidelijk is hoeveel honden verkocht moeten worden en hoeveel honden mogen blijven. Naar de mening van eisers had verweerder de last duidelijker moeten formuleren, zodat het voor hen duidelijk is welk aantal honden en nesten volgens verweerder niet aanvaardbaar is. In de visie van eisers is de formulering van de last in die zin niet specifiek genoeg. Daarbij achten eisers van belang dat zij momenteel nog volwassen honden en puppy’s hebben, die inmiddels verkocht zijn. Volgens eisers is het algemeen bekend dat de verkoop van volwassen dieren, dus ook bij volwassen honden, moeilijker is dan de verkoop van de puppy’s. Dit heeft met name te maken met de hechting, aldus eisers. Dieren vinden het veelal lastig om als volwassen dier naar een nieuw gezin te gaan. Verder achten eisers van belang dat kopers in verband met de hechting de voorkeur hebben om een puppy te kopen.

16.1. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de in het bestreden besluit geformuleerde last voldoende duidelijk is geformuleerd. Naar de mening van verweerder is er om die reden geen sprake van strijd met het rechtszekerheidsbeginsel.

16.2. Uit vaste jurisprudentie van de AbRvS, onder meer kenbaar uit ECLI:NL:RVS:2018:1316, volgt dat het rechtszekerheidsbeginsel vereist dat een last zodanig duidelijk en concreet geformuleerd dient te zijn dat degene tot wie de last is gericht niet in het duister hoeft te tasten over hetgeen gedaan of nagelaten moet worden om de overtreding te beëindigen.

16.3. De rechtbank stelt vast dat in het bestreden besluit aan eisers opgelegde last onder dwangsom inhoudt dat zij:

a. per direct het bedrijfsmatig fokken en/of houden van honden op voormeld perceel te Valthermond dienen te beëindigen en beëindigd dienen te houden. Dit betekent dat er niet meer met de honden gefokt mag worden ten behoeve van de verkoop aan derden.

b. per direct de bedrijfsmatige verkoop van honden op voormeld perceel te Valthermond dienen te beëindigen en beëindigd dienen te houden. Enige uitzondering hierop is dat honden die nu, op de datum dagtekening van deze brief, reeds aanwezig zijn op voormeld adres nog wel verkocht mogen worden. Gelet op voormeld verbod om bedrijfsmatig te fokken, mogen er dus geen honden meer verkocht worden die niet reeds op de datum dagtekening van deze brief op het adres aanwezig waren.

c. binnen zes weken na de verzenddatum van dit besluit isolerende materialen in de schuur dienen aan te brengen om geluidoverlast te beperken. Gelet op het feit dat de woning en tuin van buurtbewoners grenzen aan het perceel is aan aannemelijk dat daar hinder wordt ervaren als gevolg van het geblaf van de honden. Het is ook aannemelijk dat het aantal honden dat blaft van belang is voor de mate van hinder die hierdoor wordt veroorzaakt.

Verder stelt de rechtbank vast dat verweerder in het bestreden besluit heeft omschreven welke maatregelen nodig zijn voor het beëindigen en het beëindigd houden van het strijdige gebruik. Geen grond bestaat voor het oordeel dat eisers in het duister hoefden te tasten over wat zij moesten doen om de overtreding te beëindigen, voor zover dit de in onderdeel b. en c. van de omschreven maatregelen van de opgelegde last betreft.

16.4. Anders ligt dit naar het oordeel van de rechtbank voor wat betreft onderdeel a. van de aan eisers opgelegde last en dan met name voor zover dit onderdeel van de last betrekking heeft op het onbepaalde bedrijfsmatig houden van honden. Met betrekking tot dit onderdeel van de opgelegde last hebben eisers naar het oordeel van de rechtbank terecht betoogd dat dit onderdeel van de opgelegde last niet specifiek genoeg is omschreven. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat het in het kader van het rechtszekerheidsbeginsel in de rede had gelegen dat verweerder in dit onderdeel van de last had gespecificeerd bij welke aantallen te houden honden er sprake is van bedrijfsmatigheid die niet te rijmen valt met de woonfunctie. Door dit na te laten, is het bestreden besluit door verweerder in zoverre in strijd met het bepaalde in artikel 5:32a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) genomen. Om die reden komt het bestreden besluit voor vernietiging in aanmerking. Deze grond van eisers slaagt.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBNNE:2024:191

Print deze pagina

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *