Rb. Zeeland-West-Brabant 4 augustus 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:5476 – wederom afwijzen hh verzoek maar dan op andere gronden bij BOB niet in strijd met rip-verbod.

Print deze pagina

Is er sprake van reformatio in peius?

4.1.

In het bestreden besluit heeft de minister het bezwaar van eiseressen gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond verklaard. De minister stelt dat eiseressen geen belanghebbenden zijn ten aanzien van het handhavingsverzoek op grond van artikel 61 van de Gnw. Eiseressen hebben volgens de minister geen concurrentiebelang. Ten aanzien van het verzoek op grond van artikel 11 Besluit Gnw stelt de minister dat eiseressen, in tegenstelling tot het primaire besluit, toch belanghebbende zijn bij het verzoek om handhaving. Het handhavingsverzoek wordt echter wel afgewezen, omdat er geen sprake is van een overtreding.

4.2.

Eiseressen stellen dat het bestreden besluit in strijd is met het verbod van reformatio in peius. Zij zijn door het bestreden besluit in een verslechterde positie gekomen, nu onduidelijk is of en zo ja wat de minister op het handhavingsverzoek heeft beslist.

4.3.

De minister is van mening dat eiseressen niet in een ongunstigere positie zijn gebracht ten opzichte van het primaire besluit. In beide situaties is het handhavingsverzoek afgewezen. Er zijn geen handhavingsmaatregelen genomen op basis van het handhavingsverzoek. Het rechtsgevolg is in beide gevallen hetzelfde. Daarnaast stelt de minister dat het leerstuk van reformatio in peius niet van toepassing is bij vraagstukken van openbare orde, zoals de vraag of iemand belanghebbende is.2 Het bestreden besluit is niet in strijd met het verbod van reformatio in peius.

4.4.

De rechtbank is met de minister van oordeel dat er geen sprake is van een schending van het verbod van reformatio in peius. In zowel het primaire als het bestreden besluit heeft de minister het handhavingsverzoek van eiseressen afgewezen. De rechtsgevolgen van beide besluiten blijven dan ook hetzelfde. In de bezwaarfase dient een volledige heroverweging plaats te vinden. Dit betekent dat de minister ook opnieuw moet beoordelen of eiseressen een belang bij handhaving hebben Met de minister is de rechtbank van oordeel dathet verbod van reformatio in peius niet geldt bij vraagstukken van openbare orde, zoals de vraag of eiseressen belanghebbenden bij het handhavingsverzoek zijn.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBZWB:2023:5476

Print deze pagina

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *