ABRvS 14 maart 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1074 – Afdeling heeft geen principiële bezwaren tegen ‘BDSM thema B&B’, maar wél als dat in strijd is met het omgevingsplan.

Print deze pagina

In het primaire besluit zijn in dat verband herstelmaatregelen genoemd. Allereerst is vermeld dat [verzoeker] de exploitatie van een seksinrichting moet beëindigen en beëindigd moet houden, met dien verstande dat gestopt moet worden met het bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was faciliteren van BDSM- en/of SM-handelingen binnen de B&B, omdat deze handelingen worden aangemerkt als seksuele handelingen. Ook mag [verzoeker] niet bedrijfsmatig seksuele handelingen (laten) verrichten, (laten) aanbieden of (laten) plaatsvinden in de B&B. In het primaire besluit staat verder dat [verzoeker] vermeldingen en omschrijvingen op zijn eigen en andere websites en sociale media, waaruit blijkt dat de B&B kan gebruikt worden als een seksinrichting, moet verwijderen en verwijderd moet houden. Ook moet [verzoeker] alle attributen in de B&B voor het bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was faciliteren van seksuele handelingen, verwijderen en verwijderd houden. Verder is als herstelmaatregel vermeldt dat [verzoeker] zich bij het uitbaten van de B&B moet houden aan de voorschriften in de verleende omgevingsvergunning.

[…]

5.       [verzoeker] heeft bij de Afdeling hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. Ook heeft [verzoeker] de voorzieningenrechter van de Afdeling verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter hecht eraan op te merken dat in deze zaak niet de levensstijl van [verzoeker] aan de orde is. Met de door hem geëxploiteerde, thematische B&B heeft hij nuttige invulling willen geven aan het betrokken pand. Dat mag, zolang het gebruik van het pand in overeenstemming is met de regels van de verleende omgevingsvergunning en het bestemmingplan. En daar gaat deze zaak over. In hoger beroep wordt aan de hand van wat is aangevoerd beoordeeld of de rechtbank tot het oordeel heeft mogen komen dat het college de last onder dwangsom mocht opleggen, omdat sprake is van met het geldende bestemmingsplan en de verleende omgevingsvergunning strijdig gebruik.

[…]

Beoordeling hoger beroep

7.       [verzoeker] betoogt dat de rechtbank ten onrechte het standpunt van het college heeft onderschreven dat [verzoeker], in strijd met artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, een seksinrichting exploiteert zonder een daarvoor vereiste omgevingsvergunning. Volgens [verzoeker] is bij de B&B namelijk geen sprake van een seksinrichting.

Hiertoe voert [verzoeker] aan dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het college de B&B mocht aanmerken als een “voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte”. De B&B is volgens [verzoeker] overduidelijk een private ruimte.

Verder voert [verzoeker] aan dat er ook geen sprake is van de exploitatie van een seksinrichting voor het bedrijfsmatig verrichten van seksuele handelingen.

7.1.    De voorzieningenrechter overweegt dat in de aangevallen uitspraak, onder 5.2, voldoende op het betoog over de “voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte” is ingegaan. De rechtbank heeft er terecht op gewezen dat een private ruimte ook als een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte kan worden aangemerkt. Daarbij is ook verwezen naar een uitspraak van de Afdeling van 15 september 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BN6983, waarin een woning als seksinrichting is aangemerkt. In die zaak was de definitie van het begrip seksinrichting gelijkluidend als in de voorliggende zaak.

Het betoog slaagt niet.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2025:1074

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *