Instantie rechtbank heeft geoordeeld dat het college bevoegd was de last onder dwangsom op te leggen en heeft de besluitvorming van het college in stand gelaten
Datum uitspraak: 7 mei 2025
Datum publicatie: 7 mei 2025
ECLI: ECLI:NL:RVS:2025:2070
Fragment:
Hoger beroep en beoordeling
3. [appellante] betoogt in hoger beroep dat de rechtbank is voorbijgegaan aan de vraag of de gronden naast het pand, waar zij de olievaten heeft geplaatst, een functie vervullen ten behoeve van de afwikkeling van het openbare verkeer. Ook heeft de rechtbank volgens [appellante] de bewijslast dat de gronden niet voor de afwikkeling van het openbaar verkeer worden gebruikt ten onrechte bij haar gelegd.
3.1. Anders dan [appellante] stelt, is de rechtbank wel ingegaan op de vraag of de gronden naast het pand van [appellante] een functie vervullen ten behoeve van de afwikkeling van het openbare verkeer. Zoals de rechtbank terecht heeft vastgesteld, bevindt zich langs de Schoolweg, direct naast de gevel van het pand van [appellante], een verkeersbaan voor voetgangersverkeer. De gronden van [appellante] maken daar naar hun aard en vormgeving onderdeel van uit. Daarmee zijn de gronden feitelijk gezien onderdeel van de weg, ongeacht of de gronden (steeds) nodig zijn om het verkeer ter plaatse af te wikkelen.
3.2. Het standpunt dat [appellante] inneemt over de bewijslast, die volgens [appellante] ten onrechte bij haar wordt gelegd, berust op een onjuiste lezing van de aangevallen uitspraak. Het is niet zo dat de rechtbank de bewijslast bij [appellante] legt. Het was in eerste instantie aan het college om aannemelijk te maken dat de gronden voor de afwikkeling van het openbaar verkeer worden gebruikt. Dat heeft het college ook gedaan. Het lag vervolgens op de weg van [appellante] om wat het college heeft aangevoerd gemotiveerd te betwisten. Dat heeft [appellante] nagelaten. [appellante] heeft in beroep bij de rechtbank hierover namelijk wel een standpunt ingenomen, maar dit standpunt verder niet onderbouwd. De rechtbank is haar om die reden terecht niet gevolgd in haar standpunt dat de gronden in de praktijk niet door het openbaar verkeer worden gebruikt. De Afdeling volgt de rechtbank daarom in dit oordeel.
3.3. Het betoog slaagt niet.
Bron: https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2025:2070
Leave a Reply