Bericht

ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2631 – hoe interpreteer je een wet? De Afdeling doet het voor bij de (handhaving van de) Geneesmiddelenwet.

– Artikel 62, tweede lid, aanhef en onder b – 8.2.    In artikel 62, tweede lid, aanhef en onder b, van de Geneesmiddelenwet is bepaald dat degene aan wie een UAD-geneesmiddel ter hand wordt gesteld, op duidelijke wijze wordt ingelicht over hetgeen hij redelijkerwijze moet weten over de aard en het doel van het geneesmiddel...

Bericht

ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2603 – dwangsom van 50k per administratieve fout te hoog.

6.    Chijnsgoed en anderen betogen dat de dwangsom te hoog is en dat de hoogte van de dwangsom onvoldoende is gemotiveerd, ook na de aanvulling in bezwaar. Daarover voeren Chijnsgoed en anderen aan dat zij bij iedere eventuele toekomstige omissie geconfronteerd kunnen worden met een bijzonder hoge dwangsom. Ook voeren zij aan dat onduidelijk is...

Bericht

ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2576 – wanneer is er concreet zicht op legalisatie bij omgevingsvergunning voor de activiteit milieu?

5.1.    Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 1 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1542, kan van concreet zicht op legalisatie  in het geval van een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu alleen sprake zijn als ten tijde van het besluit een ontvankelijke aanvraag ter legalisatie van de illegale activiteit is ingediend. Zoals de Afdeling voorts eerder...

Bericht

ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2602 – wanneer is er concreet zicht op legalisatie bij RO overtredingen?

2.2.    Voor concreet zicht op legalisatie van met het bestemmingsplan strijdig gebruik is niet voldoende dat bij het bevoegd gezag bereidheid bestaat om mee te werken aan verlening van een omgevingsvergunning voor dat gebruik. Er moet ten minste al een begin zijn gemaakt met de voor verlening van die vergunning vereiste procedure. De Afdeling verwijst ter vergelijking...

Bericht

ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2643 – bg termijn niet te kort, in het buitenland verblijvende overtreder had een derde kunnen inschakelen. Last niet goed bekendgemaakt, besluit dus pas later in werking getreden waardoor bestuursdwang achteraf bezien voor verstrijken termijn is uitgevoerd. Geen kostenverhaal mogelijk.

5.1.    Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 16 december 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3891), geldt bij het bepalen van de lengte van de begunstigingstermijn als uitgangspunt dat deze termijn niet wezenlijk langer mag worden gesteld dan noodzakelijk is om de overtreding te kunnen opheffen. Een begunstigingstermijn mag ook niet wezenlijk korter worden gesteld dan...

Bericht

ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2575 – tijdelijke staking gebruik a.g.v. last onder dwangsom doorbreekt bescherming overgangsrecht niet.

2.    [appellant] en anderen betogen dat de overgangsrechtelijke bescherming van het gebruik ten tijde van het besluit van 3 september 2019 is vervallen. [appellant] en anderen verwijzen in dit verband naar artikel 38.2, derde lid, van de planvoorschriften van het “Buitengebied Someren” uit 2011 waarin is bepaald dat, indien het gebruik dat wordt beschermd door...

Bericht

ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2583 – twee (complementaire) opeenvolgende handhavingsverzoeken die zien op dezelfde casus zijn twee separate procedures, tweede besluit is géén 6:19 Awb besluit.

1.    [appellant] woont aan de [locatie 2] te Haastrecht en exploiteert op deze locatie het [horecabedrijf]. [appellant] heeft ten aanzien van het perceel van zijn buren aan de [locatie 1] te Haastrecht (hierna: het perceel) verschillende handhavingsverzoeken ingediend, omdat zijn buren volgens hem activiteiten verrichten die in strijd zijn met het bestemmingsplan “Landelijk Gebied (voormalige...

Bericht

ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2649 – concurrent belanghebbende bij handhavingsverzoek, omdat als concurrent bepaalde dienst niet meer kan aanbieden, hij die zal gaan aanbieden.

Het hoger beroep 2.    [appellant] betoogt dat de rechtbank hem ten onrechte niet heeft aangemerkt als belanghebbende. De rechtbank heeft miskend dat [horecabedrijf] een directe concurrent is van Het Kwartier. Daarbij heeft de rechtbank volgens [appellant] ten onrechte overwogen dat Het Kwartier slechts beperkt aan feesten en partijen doet. 2.1.    De rechtbank heeft overwogen dat...

Bericht

ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2639 – eigenaar terrein, ondanks het feit dat zij geen drijver van de inrichting is, aan te spreken als overtreder van zorgplicht bepalingen.

3.    [appellante] betoogt dat zij ten onrechte als overtreder is aangemerkt. Volgens [appellante] is er geen sprake van dat zij redelijkerwijs wist of kon weten van de overtredingen, mede gelet op haar beperkte geestvermogens. Zij stelt dat zij ook niet op de hoogte was van de geldende voorschriften. [appellante] betoogt in dit verband dat zij...

Bericht

ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2617 – terugverwijzing beoordeling invorderingsbeschikking naar college voor herbeoordeling ex 5:39, lid 2, Awb.

Invorderingsbesluit 8.    In de tussenuitspraak is onder 6 overwogen dat in de einduitspraak zal worden beslist over het invorderingsbesluit van 25 maart 2019, waarop het hoger beroep, gelet op artikel 5:39, eerste lid, van de Awb, mede betrekking heeft. Bij dit besluit is het college overgegaan tot invordering van de door [appellanten] verbeurde dwangsom van...