3.3. De rechtbank heeft verder terecht overwogen dat de warmtepompinstallaties niet vallen onder de uitzonderingen genoemd in artikel 2, aanhef en onder 21, van bijlage II bij het Bor waarvoor, in afwijking van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo, geen omgevingsvergunning nodig is. De rechtbank heeft terecht overwogen...
Author: admin (Thomas Sanders)
CBb 16 mei 2023, ECLI:NL:CBB:2023:229 – Irrelevant of politie rechtmatig woning overtreder heeft betreden en daarna NVWA erbij heeft geroepen: NVWA was namelijk zelf bevoegd om woning te betreden. BO hoeft overtreder niet te informeren dat er al een dwangsom is verbeurd voordat nogmaals wordt gecontroleerd, maar verplichting zou er eventueel kunnen zijn als overtreder “aannemelijk zou hebben gemaakt dat hij de overtreding voorafgaand aan de tweede controle alsnog ongedaan zou hebben gemaakt”
Rechtmatigheid van de controle 6.3.1 Appellant voert aan dat de controle op 22 januari 2020 een onrechtmatige grondslag heeft. Volgens appellant is de politie onrechtmatig zijn woning binnengetreden en heeft de politie toen een sleutel gevonden waarmee de stal is geopend. De politie was niet bevoegd de stal van appellant te betreden en heeft deze...
CBb 16 mei 2023, ECLI:NL:CBB:2023:230 – CBb constateert geen overtreding (voor deel van de feiten) maar geeft minister de kans na de zitting om alsnog noodzaak preventieve handhaving te onderbouwen (wat niet lukt). Minister verkoopt dieren onderhands aan hoogste bieder in vaste pool handelaren – aanvaardbare werkwijze.
Bestuursdwang 5.3.1 Het College overweegt als volgt over het toepassen van bestuursdwang op de schapen en lammeren in de stal. Uit het systeem van de Awb volgt dat een herstelsanctie pas kan worden opgelegd nadat een overtreding heeft plaatsgevonden. Het College stelt vast dat het rapport van bevindingen volgens de ondertekening is opgemaakt op ambtsbelofte. Een bestuursorgaan...
Rb. Zeeland-West-Brabant 16 mei 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:3391 – Bijzondere omstandigheid bij invordering. College had eiser moeten laten weten dat eerste dwangsom was verbeurd voordat nogmaals werd gecontroleerd. Eerdere LoD dus niet ‘volgelopen’, tweede LoD is onbevoegd opgelegd.
6.9 Ondanks dat is de rechtbank toch van oordeel dat het besluit van het college om tot invordering van alle drie de dwangsommen over te gaan niet evenwichtig is en onredelijk bezwarend voor eiser. De rechtbank stelt immers vast dat het college eiser niet voor de controle van 7 februari 2022 op de hoogte heeft...
Rb. Rotterdam 12 mei 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:4035 – Rauwelijke beboeting gastouder door NVWA wegens overtreding onredelijk, nu zelfs GGD niet wist dat gastouder aan de bewust norm moest voldoen.
6.3. Gelet op wat in 6.2.1 en 6.2.2. is opgenomen, was de minister bevoegd om een bestuurlijke boete op te leggen. Echter, gelet op alle feiten en omstandigheden was het opleggen van een bestuurlijke boete in dit geval in strijd met het proportionaliteitsbeginsel. De rechtbank neemt daarbij de volgende feiten en omstandigheden in aanmerking. 6.3.1....
Vzr. ABRvS 11 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1851 – Burenoverlast: bgm heeft in dit geval wel bevoegdheden, dus e-mail van bgm waarin hij zegt geen rol te zien in burengeschil is wel degelijk besluit.
Hoger beroep 7. [verzoeker] voert aan dat hij niet juridisch onderlegd is, maar dat er volgens hem wetgeving moet zijn op grond waarvan de burgemeester bevoegd is om handhavend op te treden. De rechtbank had kritisch naar de feiten en omstandigheden moeten kijken. [verzoeker] betwist de overwegingen van de rechtbank over artikel 151d van de...
Rb. Oost-Brabant 11 mei 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:2154 – Rb. geeft feitelijk opdracht tot legalisering. Handhaving onevenredig want geringe overtreding van 1 OUE “voor mensen niet of nauwelijks waarneembaar” en gemeentelijke geurnorm wordt niet overschreden. Luchtwasser hoeft niet te worden gewijzigd, maar “het [is] wenselijk om de feitelijke illegale situatie in overeenstemming te laten brengen met de vergunde situatie”.
4.5 De vervolgvraag is of handhavend optreden niet onevenredig is. In de aanvullende motivering wordt geen antwoord gegeven op deze vraag. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een geringe overtreding. Het is de rechtbank uit talloze vergelijkbare zaken bekend dat een verschil van 1 OUE voor mensen niet of nauwelijks waarneembaar is. Bovendien...
ABRvS 10 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1811 – Afd. vernietigt uitspraak Rb die handhaving tegen een in 1999 (en sindsdien bij de gemeente bekende) gebouwde overkapping onevenredig achtte. Niet handhaven levert “geen gedraging op waarmee de indruk is gewekt van een welbewuste standpuntbepaling dat niet handhavend zou worden opgetreden” = ook geen beroep op het vertrouwensbeginsel.
Vertrouwensbeginsel 5. [appellant sub 2] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat hij een gerechtvaardigd beroep kan doen op het vertrouwensbeginsel. Daartoe voert hij aan dat het college in het verleden mondeling aan zijn vader heeft toegezegd dat de aanbouw mocht worden gebouwd. Dat deze toezegging aan de vader van [appellant sub 2] is gedaan,...
ABRvS 10 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1846 – Dat huurovk nog tot einde jaar duurt is geen reden voor een langere bg-termijn dan de geboden 7 dagen om gebruik te beëindigen. Afdeling wijst beoordeling invorderingsbeschikking terug naar Rb vanwege feitelijke complexiteit.
– begunstigingstermijn te kort 13. Oostappen betoogt dat de rechtbank ten onrechte de door het college vastgestelde begunstigingstermijn van zeven dagen niet onredelijk heeft geacht. De meeste lopende huurovereenkomsten hadden een looptijd tot het einde van het (kalender)jaar. Volgens Oostappen is het voor haar onmogelijk om binnen die termijn personen te (doen) verwijderen met wie...
ABRvS 10 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1836 – Boete in strijd met 5:4 Awb omdat BO boete baseert op een wetsinterpreteredende eigen beleidsregel en daarbij een lezing van de wet heeft die niet “zonder meer voortvloeit” uit de wettelijke definities.
4. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er sprake was van een overtreding. Er is sprake van inwoning door de derde persoon. Voor inwoning is niet vereist dat de hoofdbewoners één huishouden vormen. Maar zelfs als dat vereiste wel zou gelden, is aan de voorwaarden voor inwoning voldaan. Het begrip ‘huishouden’ ziet...