5. Eiseres heeft aangevoerd dat zij te laat op de hoogte is gebracht van de bevindingen van de toezichthouder. Daardoor heeft eiseres geen mogelijkheid gehad om het schaap zelf te onderzoeken teneinde deugdelijk verweer te voeren, zodat het beginsel van equality of arms is geschonden, aldus eiseres.
5.1.In de uitspraken van onder meer 18 april 2013 (ECLI:NL:CBB:2013:CA0592) en 20 juli 2017 (ECLI:NL:CBB:2017:280) heeft het CBb geoordeeld dat op verweerder in beginsel de verplichting ligt om degene die is gehouden tot naleving van de transportvoorschriften tijdig op de hoogte te stellen van de controle-bevindingen. Gebeurt dit niet, dan treft verweerder het verwijt dat hij in strijd met artikel 3:2 van de Awb, met name het zorgvuldigheidsbeginsel, heeft gehandeld en de transporteur daarmee (in beginsel) heeft beperkt in de mogelijkheden om zijn verdediging te voeren.
5.2.In deze zaak heeft de toezichthouder de constateringen gedaan op het slachthuis en uit het rapport van bevindingen blijkt niet dat (een medewerker van) eiseres door de toezichthouder op de hoogte is gesteld van zijn bevindingen. Eiseres is pas bij het voornemen van 28 juli 2020 op de hoogte gesteld van de bevindingen die de toezichthouder vier maanden eerder op 16 maart 2020 heeft gedaan. Hierdoor heeft verweerder in strijd gehandeld met het zorgvuldigheidsbeginsel. Dit betekent dat aan het primaire besluit een zorgvuldigheidsgebrek kleeft dat met het bestreden besluit niet kon worden hersteld. Het bestreden besluit wordt daarom vernietigd. De rechtbank ziet evenwel aanleiding om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten omdat eiseres wel voldoende mogelijkheden heeft gehad om zowel in een zienswijze als in bezwaar de bevindingen van de toezichthouder te betwisten. Verweerder heeft immers met het voornemen het rapport van bevindingen en daarbij gevoegde foto’s aan eiseres toegestuurd. Daarmee had eiseres voldoende feitenmateriaal om door een eigen deskundige te laten beoordelen en de bevindingen van de toezichthouder tegen te kunnen spreken. Daarbij merkt de rechtbank op dat verweerder niet verplicht was om eiseres in de gelegenheid te stellen tot het ter plekke doen uitvoeren van een contra-expertise. Nu eiseres voldoende mogelijkheden heeft gehad om de bevindingen van de toezichthouder tegen te spreken, is zij in dit geval niet ernstig in haar bewijspositie geschaad. Eiseres heeft ook niet geconcretiseerd hoe zij door het tijdsverloop is benadeeld en in haar verdediging is geschaad.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:CBB:2025:203
Leave a Reply