CBb 4 februari 2025, ECLI:NL:CBB:2025:50 – Geen procesbelang meer bij LoD nu bedrijf om een andere reden stil is gelegd door de strafrechter.

Print deze pagina
1.4

 

Het College stelt vast dat de geldigheidsduur van één jaar van het dwangsombesluit inmiddels is verstreken, zodat dat besluit is uitgewerkt.

Met het dwangsombesluit heeft de minister één maatregel aan [naam] opgelegd. Er zijn geen dwangsommen verbeurd en de minister heeft geen invorderingsbesluit genomen. [naam] heeft op de zitting desgevraagd verklaard dat hij niets heeft gedaan om aan de maatregel uit het dwangsombesluit te voldoen en daarvoor dus ook geen kosten heeft gemaakt. Volgens [naam] had het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch hem op
11 januari 2023 namelijk vrijgesproken, was er volgens de Gezondheidsdienst voor dieren niets aan de hand en waren de dieren inmiddels ook afgevoerd.

 

1.5

 

Het College stelt verder vast dat de stillegging van het bedrijf van [naam] door de rechtbank Oost-Brabant is gebaseerd op ernstige bezwaren die toen tegen [naam] en zijn onderneming bestonden. Het ging, gelet op de beschikking van de rechtbank van
2 maart 2020, om milieu- en dierenwelzijnsvoorschriften. De belangen die door deze voorschriften worden beschermd, vereisten volgens de rechtbank onmiddellijk ingrijpen. Het betrof onder meer ernstige bezwaren ter zake van feiten die [naam] in of omstreeks de periode van 1 tot en met 8 januari 2020 in de gemeente [gemeente] (volgens de rechtbank) heeft begaan. Het gaat er daarbij om dat [naam] volgens de rechtbank met de wijze van toediening van voer zijn dieren onnodig lijden of letsel toebracht.

Aan het dwangsombesluit ligt een controle van 7 januari 2020 ten grondslag. Dat besluit heeft dus betrekking op en is het gevolg van waarnemingen die zijn gedaan in de periode tussen
1 tot en met 8 januari 2020. Gelet op de beschikking van de rechtbank heeft de strafrechter echter een eigen afweging gemaakt mede op basis van een dossier van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit van 8 januari 2020. Uit de beschikking blijkt niet dat de strafrechter bij zijn beslissing betekenis heeft toegekend aan het dwangsombesluit van
7 februari 2020. Voor zover moet worden aangenomen dat [naam] schade heeft geleden als gevolg van de stillegging, staat die gestelde schade in een te ver verwijderd verband van het dwangsombesluit.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:CBB:2025:50

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *