Hoogte en evenredigheid van de opgelegde bestuurlijke boete
8. Volgens vaste rechtspraak van het CBb brengt artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) mee dat de rechter dient te toetsen of de hoogte van de opgelegde boete in redelijke verhouding staat tot de ernst en de verwijtbaarheid van de overtreding. Voor bij wettelijk voorschrift vastgestelde boetebedragen vormt artikel 5:46, derde lid, van de Awb het kader waarin de op artikel 6 van het EVRM gestoelde evenredigheidstoets wordt voltrokken. Artikel 5:46, derde lid, van de Awb voorziet in de mogelijkheid tot het opleggen van een lagere boete door de staatssecretaris indien een overtreder aannemelijk maakt dat de opgelegde boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is.
“Ik hoorde dat de medewerker om een identiteitsbewijs vroeg. Ik zag dat de testkoper zijn identiteitsbewijs pakte en aan de medewerker toonde.”
Ook blijkt uit het rapport van bevindingen dat de heer [persoon A] het identiteitsdocument heeft bekeken:
“Ik zag dat de medewerker naar het identiteitsbewijs keek.”
en
“Ik, inspecteur, zag en hoorde dat de medewerker tijdens bovengenoemde handelingen de leeftijd van de testkoper kennelijk vaststelde aan de hand van een identiteitsbewijs, zoals bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Tabaks- en rookwarenwet.”
Verder blijkt uit het rapport van bevindingen dat de heer [persoon A] de geboortedatum van de testkoper heeft beoordeeld:
“Ik hoorde dat de medewerker zei “Niet lang, maar goedgekeurd is goedgekeurd” of woorden van gelijke strekking.”
Uit de opmerking “niet lang…” maakt de rechtbank op dat de medewerker zich bewust is geweest van het feit dat de testkoper op het moment van de inspectie (3 mei 2023) onlangs jarig was geweest (op 22 april), maar dat hij zich heeft vergist in de leeftijd van de testkoper: de testkoper was namelijk niet net 18 maar net 17 geworden. Dit komt overeen met het betoog van eiseres in bezwaar dat zij, doordat de inspectie plaatsvond op 3 mei (elf dagen na 22 april), ervan uit ging dat de testkoper nét 18 was.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBROT:2025:3777
Leave a Reply