Het hoger beroep 2. [appellant] betoogt dat de rechtbank hem ten onrechte niet heeft aangemerkt als belanghebbende. De rechtbank heeft miskend dat [horecabedrijf] een directe concurrent is van Het Kwartier. Daarbij heeft de rechtbank volgens [appellant] ten onrechte overwogen dat Het Kwartier slechts beperkt aan feesten en partijen doet. 2.1. De rechtbank heeft overwogen dat...
Author: admin (Thomas Sanders)
ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2639 – eigenaar terrein, ondanks het feit dat zij geen drijver van de inrichting is, aan te spreken als overtreder van zorgplicht bepalingen.
3. [appellante] betoogt dat zij ten onrechte als overtreder is aangemerkt. Volgens [appellante] is er geen sprake van dat zij redelijkerwijs wist of kon weten van de overtredingen, mede gelet op haar beperkte geestvermogens. Zij stelt dat zij ook niet op de hoogte was van de geldende voorschriften. [appellante] betoogt in dit verband dat zij...
ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2617 – terugverwijzing beoordeling invorderingsbeschikking naar college voor herbeoordeling ex 5:39, lid 2, Awb.
Invorderingsbesluit 8. In de tussenuitspraak is onder 6 overwogen dat in de einduitspraak zal worden beslist over het invorderingsbesluit van 25 maart 2019, waarop het hoger beroep, gelet op artikel 5:39, eerste lid, van de Awb, mede betrekking heeft. Bij dit besluit is het college overgegaan tot invordering van de door [appellanten] verbeurde dwangsom van...
ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2616 – feitelijke situatie, niet juridische vestiging bedrijven, bepalend voor of BP wordt overtreden.
3.2. De Afdeling overweegt allereerst dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat voor de vraag of sprake is van een overtreding van het bestemmingsplan de feitelijke en niet de juridische vestiging van bedrijven op het terrein van belang is. Hierbij neemt de Afdeling in aanmerking dat de beschrijving van het begrip ‘bedrijf’, zoals volgt uit...
Thomas treedt toe tot het bestuur van de VAR – Vereniging voor bestuursrecht
Op 30 oktober is Thomas Sanders toegetreden tot het bestuur van de VAR – Vereniging voor Bestuursrecht. Sinds 1939 is de VAR de vereniging voor beoefenaars van het bestuursrecht. Het bestuur van de VAR is momenteel als volgt samengesteld: Mw.prof.mr.drs. W. den Ouden (Raad van State)Mw.mr.dr. H.G. Sevenster (Raad van State)Mr. A. van Eysden (Hoge Raad)Mr....
De beslissing op bezwaar bij een handhavingsbesluit: hoe moet er volgens de Afdeling getoetst worden?
Het bestuursrecht met al zijn besluiten en eigenaardigheden drijft menig rechtenstudent tot waanzin. Met de tijd raak je er echter aan gewend. Sommigen beginnen het zelfs leuk te vinden om te praten over ex tunc en ex nunc (ook wel: ‘beroepsdeformatie’). Het nemen van een beslissing op bezwaar bij een handhavingsbesluit is op dat vlak...
ABRvS 28 oktober 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2568 – overweging ten overvloede van rechtbank over een toekomstige last onder dwangsom heeft geen bindende werking = geen procesbelang bij hoger beroep.
4.1. De Afdeling stelt vast dat de overwegingen 4.8 en 4.9. van de aangevallen uitspraak geen betrekking hebben op de inhoud van het besluit van 18 december 2018. Dat besluit heeft betrekking op een last onder dwangsom vanwege overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo. De overwegingen waartegen het...
ABRvS 28 oktober 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2519 – het is niet noodzakelijk (of uitvoerbaar) om in een last te vermelden welke activiteiten wél mogen ter plaatse.
7.1. Het college heeft [appellante] gelast om bedrijfsactiviteiten hoger dan categorie 2 (of daarmee naar hun aard vergelijkbare bedrijfsactiviteiten) te staken en gestaakt te houden. Dit betekent niet, zoals de rechtbank heeft overwogen, dat [appellante] alle bedrijfsactiviteiten hoger dan categorie 2 moet staken en gestaakt moet houden. Bedrijfsactiviteiten die naar hun aard vergelijkbaar zijn met...
ABRvS 28 oktober 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2529 – dwangsom kan bij beide overtreders worden ingevorderd, betaling door de ene overtreder bevrijdt de ander niet.
4. Meesterwerk B.V. en anderen betogen dat de rechtbank het ten onrechte toegestaan acht dat bij beide overtreders afzonderlijk verbeurde dwangsommen kunnen worden ingevorderd. Dit is met het oog op het doel van de last niet nodig. In de lasten had opgenomen moeten worden dat bij betaling van een dwangsom door de ene partij, dit...
ABRvS 21 oktober 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2472 – besluit om “te wachten met invordering van de dwangsom totdat het invorderingsbesluit formele rechtskracht heeft gekregen;” is uitstel van betaling ex artikel 4:94 Awb.
3.2. Het besluit van 24 oktober 2017 is een invorderingsbesluit en ziet op de invordering van de dwangsommen die in de periode van 2 december 2016 tot en met 1 april 2017 zijn verbeurd. De verjaringstermijn van een jaar is met de aanmaning van 24 november 2017 gestuit. Daarmee is de verjaringstermijn van de bevoegdheid...