Bericht

ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3686 – onvoldoende bewijs bij oplegging BB, terwijl dat bewijs wel geleverd zou kunnen worden via aanvullend rapport. Of er ruimte is voor herstel via bestuurlijke lus, hangt echter af van de goede procesorde. In dit geval is die ruimte er niet. Boete van tafel.

Is er ruimte voor nader onderzoek? 8.       Wat betreft de vraag of de minister de gelegenheid moet krijgen het hiervoor geconstateerde gebrek te herstellen, overweegt de Afdeling het volgende. Uit de uitspraak van de Afdeling van 5 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1818, onder 6.1, volgt dat in boetezaken de goede procesorde leidend is ter begrenzing van de...

Bericht

ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3707 – openbare orde sluiting nachtwinkel wegen “in en nabij de avondwinkel” door derden gepleegd geweldsincident geen reden voor nadeelcompensatie. Het is “geen buiten het normale ondernemersrisico vallend nadeel dat de burgemeester zou moeten compenseren. […] Het is een zeer kwetsbaar gebied met een lage score op de veiligheidsindex. Hieraan is inherent dat nachtelijke wanordelijkheden in of bij de winkel kunnen ontstaan en dat de burgemeester naar aanleiding daarvan bestuurlijke maatregelen kan nemen.”

2.       Op 28 oktober 2016, omstreeks 00:37 uur, heeft in en nabij de avondwinkel een geweldsincident plaatsgevonden, waarbij slag- en vuurwapens zijn gebruikt. Naar aanleiding hiervan heeft de burgemeester bij besluit van 28 oktober 2016 op grond van artikel 2.35, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012 en in lijn met de Horecanota...

Bericht

ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3708 – geen nadeelcompensatie na rechtmatige handhaving wegens overtreding bestemmingsplan. Het gaat om schade veroorzaakt door het overtreden van de norm – door de overtreder. Die schade kan niet op de overheid worden verhaald.

14.     [appellant sub 1A] betoogt dat de rechtbank, in het kader van het onderzoek of er ruimte is voor nadeelcompensatie op andere gronden dan schending van het vertrouwensbeginsel, niet de juiste feitelijke omstandigheden heeft afgewogen, omdat de door de rechtbank bedoelde uitspraak van de Afdeling van 30 januari 2019 niet is gedaan in een vergelijkbaar...

Bericht

ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3706 – Bgm neemt handhavingsbesluit, maar het is een college bevoegdheid “Aangezien het besluit van 21 november 2019 onbevoegd is genomen en het college dit niet alsnog door bekrachtiging voor zijn rekening heeft genomen, had de rechtbank alleen al om deze reden het besluit van 21 november 2019 moeten vernietigen en af moeten zien van een inhoudelijke beoordeling.”

Handhaving wegens strijd met het Bouwbesluit 2012 8.       De Afdeling overweegt ambtshalve het volgende. Zowel het besluit van 14 maart 2019 als het besluit van 21 november 2019, voor zover betrekking hebbend op het handhavingsverzoek, zijn genomen door de burgemeester. De burgemeester was echter niet bevoegd om te besluiten op het verzoek van [appellant] om...

Bericht

ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3702 – Afdeling blijft bij oordeel dat overschrijding 13 weken termijn boetebesluit (5:51 Awb) niet bevoegdheid tot beboeting laat vervallen.

Bevoegdheid 3.       Volgens [appellante] moet de dertienwekentermijn, ondanks wat hierover in de wetsgeschiedenis staat opgenomen, niet als een termijn van orde worden gekwalificeerd, omdat artikel 5:51, eerste lid, van de Awb dwingend is geformuleerd. Het gaat daardoor om een norm die de overheid moet naleven met als gevolg dat de bevoegdheid om nog een boetebesluit...

Bericht

ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3703 – derde heeft belang bij het afdwingen van een vergunningaanvraag voor een overtreding die (volgens het college) toch wel wordt verleend. “De Afdeling volgt het college ook niet in zijn standpunt dat handhavend optreden onevenredig zou zijn omdat [appellant sub 1] er geen belang bij heeft om [partij] alsnog een vergunning aan te laten vragen [….]. Het doel van een vergunningstelsel is namelijk het reguleren van dergelijke activiteiten.”

Handhaving onevenredig? 3.3.    Gezien het vorenstaande is er dus sprake van een overtreding wat betreft de egalisatie en de verharding van de gronden en het verwijderen van de dijk. De Afdeling overweegt dat, gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, bij een overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last...

Bericht

ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3701 – wat valt er binnen het handhavingsverzoek tegen ‘Diverse maatschappelijke activiteiten’? ‘Bedrijfsmatige opslag’ iig niet.

Concreet zicht op legalisatie 4.       Thema Park B.V. betoogt dat de rechtbank het handhavingsverzoek van 7 januari 2020 te beperkt heeft geïnterpreteerd. Het verzoek gaat over alle activiteiten op het perceel die in strijd zijn met het bestemmingsplan. Het college heeft volgens Thema Park B.V. later alsnog handhavend opgetreden tegen de bedrijfsmatige opslag, maar had...

Bericht

CBb 3 oktober 2023, ECLI:NL:CBB:2023:566 – BB ten onrechte opgelegd wegens medeplegen. Schema met verbanden onvoldoende om ‘bewuste en nauwe samenwerking’ te bewijzen.

Beoordeling door het College 6.1 Het hoger beroep van de minister slaagt niet. Het College legt hierna uit hoe het tot dit oordeel is gekomen. 6.2 Gelet op de waarborgen die voortvloeien uit artikel 6, tweede lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en op...

Bericht

NJB 2023/2245 – De functioneel dader als overtreder in het bestuursrecht ABRvS sluit aan bij HR en CBb

In twee uitspraken van 31 mei 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak besloten om het strafrechtelijke leerstuk van het functioneel daderschap in het bestuursrecht te importeren. De Afdeling houdt ‘toerekening’ in naam in ere, maar voortaan heeft te gelden dat als de beoogd overtreder zelf niet fysiek heeft gehandeld, hij de overtreding pas toegerekend kan krijgen...

Bericht

ABRvS 27 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3627 – verkoop woning waar last op ziet levert geen uitzonderlijk geval op bij invordering: uit niets blijkt dat woning voor afloop BG-termijn is geleverd en het enkele feit dat is verkocht niet maakt dat overtreder het niet meer in haar macht heeft.

Is sprake van een uitzonderlijk geval? 5.       [appellante] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat sprake is van een uitzonderlijk geval, omdat zij de woning met het recht van opstal op 13 februari 2019 heeft verkocht en zij het daardoor niet in haar macht had om de bebouwing af te breken. Verder voert zij...