Bericht

ABRvS 26 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:235 – aardige overweging: stelling dat partij waartegen om handhaving wordt gevraagd wel meer overtredingen heeft begaan, is niet relevant. “leder handhavingsverzoek dient immers op zichzelf beoordeeld te worden.”

4.2.    De Afdeling ziet in wat [appellant] hebben aangevoerd geen aanleiding voor het oordeel dat het bodemonderzoek dat ten grondslag ligt aan het bestreden besluit, onzorgvuldig of onvolledig is geweest. Het college heeft zich gelet daarop terecht op het standpunt gesteld dat de saneringswerkzaamheden op de desbetreffende locatie niet hoefden te worden gemeld op grond...

Bericht

ABRvS 26 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:243 – schorsingsbesluit (rijbewijs) treedt inwerking bij ter post bezorging. Dan kan bestuurder daarvan nog niet op de hoogte zijn en dus strafbaar zijn zonder het te weten. Daar had BO rekening mee moeten houden.

Termijn inwerkingtreding schorsingsbesluit 5.1.    In de wegenverkeerswetgeving is geen specifieke termijn voor de inwerkingtreding van een besluit tot schorsing van de geldigheid van een rijbewijs opgenomen. Dan kan worden teruggevallen op de algemene regeling van de Awb. Artikel 3:40 van de Awb, gelezen in samenhang met artikel 3:41 van de Awb, regelt dat een besluit...

Bericht

CBb 25 januari 2022, ECLI:NL:CBB:2022:41 – dwangsom vastgesteld op basis van (bespaarde kosten + te behalen voordeel met overtreding) x vermenigvuldigingsfactor = niet onredelijk.

1.5. Bij het primaire besluit heeft verweerder aan appellant een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 2.3, eerste lid, van de Taxiverordening. Daarbij is aan appellant de last opgelegd zich te onthouden van het aanbieden van taxivervoer op de Amsterdamse opstapmarkt zonder Taxxxivergunning. De dwangsom is vastgesteld op € 5.550,- voor elke nieuw geconstateerde overtreding van artikel...

Bericht

CBb 25 januari 2022, ECLI:NL:CBB:2022:46 – toelating overtreder tot WSNP geen reden om de boete te matigen: hij zal toch niet meer hoeven betalen dan waartoe hij verplicht is op grond van de WSNP.

4.1.1. Ten aanzien van de hoogte van de boete overweegt het College als volgt. Verweerder heeft aan appellante wegens overtreding van het bepaalde in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder e, van de Tabaks- en rookwarenwet een boete opgelegd van € 600,-. Deze (bestuurlijke) boete is aan te merken als een punitieve sanctie. Zoals het College...

Bericht

CBb 25 januari 2022, ECLI:NL:CBB:2022:42 – schending rechten van de verdediging: toezichthouder heeft verdediging grotendeels onmogelijk gemaakt door verkoper tabak niet direct (maar pas 2 maanden later) te confronteren met mogelijke schending Tabaks- en rookwarenwet.

2.1. De rechtbank heeft het beroep van verweerder tegen het bestreden besluit gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen, onder bepaling dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit en dat de staatssecretaris de proceskosten en het griffierecht aan verweerster vergoedt. De rechtbank heeft, voor zover voor het...

Bericht

ABRvS 12 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:80 – huurder perceel aantoonbaar betrokken bij drugsproductie en dus overtreder van artikel 13 Wbb.

3.3. De Afdeling stelt vast dat sprake is van een overtreding van artikel 13 van de Wbb, artikel 10.1, eerste en tweede lid, en artikel 10.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer door het storten van druggerelateerde stoffen en voorwerpen op het bosperceel. Het geschil spitst zich toe op de vraag of het college [appellante]...

Bericht

ABRvS 12 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:81 – aantreffen jerrycans, reactieketels en slangen op perceel onvoldoende om aan te nemen dat Wbb door eigenaar is overtreden. Handschoenen met DNA eigenaar en chemische stoffen ook niet genoeg.

3.3. Het is aan het college om aannemelijk te maken dat de overtreding van artikel 13 van de Wbb aan [appellant A] en [appellant B] kan worden toegerekend. Om in dit geval als overtreder van artikel 13 Wbb te kunnen worden aangemerkt, is vereist dat [appellant A] en [appellant B] zelf druggerelateerde stoffen en voorwerpen...

Bericht

HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1984 – uitoefenen van bestuursdwang zonder voorafgaand schriftelijk besluit is (ook civiel) onrechtmatig, behoudens in spoedeisende gevallen.

3.1.2. De uitoefening van bestuursdwang door een bestuursorgaan is een feitelijke handeling en tegen die uitoefening als zodanig staan dus geen bezwaar en beroep open. Bestuursdwang dient, gelet op het ingrijpende karakter ervan, te worden voorafgegaan door een besluit waarin het voornemen tot toepassing van bestuursdwang aan de belanghebbende wordt meegedeeld: dit is de zogeheten...

Bericht

HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1946 – gemeentelijke APV die dragen kleding van verboden organisatie (Hells Angels) verbiedt, is onverbindend.

2.7.1. De Hoge Raad merkt over de verbindendheid van deze bepaling het volgende op. 2.7.2. Artikel 7 lid 3 Grondwet waarborgt het recht in vrijheid de inhoud van te openbaren gedachten of gevoelens te bepalen. Op dit recht mogen alleen bij wet in formele zin beperkingen worden aangebracht. Artikel 7 lid 3 Grondwet staat op...

Bericht

ABRvS 22 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2930 – bij procedure tegen zowel de last onder dwangsom als de invordering (5:39 Awb), moeten gronden gericht tegen de invordering die feitelijk gericht zijn op last, geacht worden ook te zijn gericht te zijn tegen de last.

6. [appellant sub 2] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college niet handhavend mocht optreden, omdat het college ook niet optreedt tegen andere dammen en duikers in de omgeving waarvoor ook geen vergunning is verleend. 6.1. [appellant sub 2] heeft in het bezwaar tegen de invordering een beroep gedaan op het gelijkheidsbeginsel....