[…] Redelijke termijn 7.1 Tot slot voert appellante aan dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het EVRM omdat de langere behandelduur dan twee jaar voor de beroepsprocedure te wijten is aan appellantes processuele gedrag. Appellante wijst erop dat...
Categorie: Signaleringen
CBb 15 november 2022, ECLI:NL:CBB:2022:761 – is de cautie wel verleend? CBb gelooft niet dat tekst van cautie voorgedrukt is op rapport, dus gaat ervanuit dat de cautie daadwerkelijk is verleend.
Cautie verleend? 4.1 Appellante voert in hoger beroep ten eerste aan dat de rechtbank ten onrechte aan de hand van een voorgedrukte passage in het rapport heeft vastgesteld dat de cautie is verleend voordat [naam 2] , bestuurder van appellante, op 30 augustus 2019 door twee toezichthouders van de NVWA is gehoord. 4.2 Volgens vaste...
CBb 15 november 2022, ECLI:NL:CBB:2022:754 – Oordeel van toezichthouder of iets een overtreding is (nog steeds) niet gelijk te stellen met besluit, ondanks mogelijk grote consequenties voor bedrijf (boete, herroeping product, negatieve publiciteit)
“5.4 Naar het oordeel van het College is er ook geen reden de afwijzing van het verzoek van appellante door verweerder, voor wat betreft de mogelijkheid daartegen in rechte op te komen, gelijk te stellen met een appellabel besluit, omdat sprake zou zijn van een bestuurlijk rechtsoordeel. Een bestuurlijk rechtsoordeel is een oordeel van een...
CBb 15 november 2022, ECLI:NL:CBB:2022:759 – Cautie tijd gegeven? Werknemer beboete partij voldoet aan informatievordering – had hij gecautioneerd moeten worden? (Nee)
Cautie tijdig gegeven? 5.1 Appellante voert in hoger beroep verder aan dat [naam 3] meermaals is benaderd voor het opvragen van documentatie en stukken zonder hem al de cautie te geven. Dat had wel gemoeten volgens appellante. Verder voert appellante aan dat [naam 3] niet bevoegd zou zijn om namens appellante stukken te verstrekken of...
CBb 15 november 2022, ECLI:NL:CBB:2022:759 – verhoging tweede boete voor dezelfde overtreding onterecht, omdat eerste boete ten tijde van tweede overtreding nog niet was opgelegd.
Boetematiging 8.1 Appellante voert aan dat zowel de minister als de rechtbank het matigingsbeleid dat de minister hanteert bij het opleggen van bestuurlijke boetes, onjuist toepassen. Het matigingsbeleid dient te worden toegepast ter voorkoming van recidive. De controleperiode waarop de boeteoplegging is gebaseerd dateert van voor 26 februari 2020 (de datum van de eerste beboeting).Van...
ABRvS 9 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3223 – verhouding Bgm/college bij handhaving BP tegen demonstratie. College had bij BOB Wet openbare manifestatie belangen moeten betrekken omdat Bgm toen nog geen BOB had genomen.
“Had het college moeten ingaan op de in artikel 2 van de Wom vermelde belangen? 13. Voor zover de rechtbank wel moet worden gevolgd in het oordeel dat ten tijde van het besluit van 26 november 2019 sprake was van een betoging in de zin van artikel 9 van de Gw, betoogt het college dat...
ABRvS 9 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3233 – wanneer kan je voorbij gaan aan een schrijffout in een handhavingsbesluit?
“Verkeerd adres in het besluit 4. [appellanten] betogen dat het noemen van een ander adres op pagina drie in het besluit van 12 april 2019 niet als een kennelijke verschrijving kan worden gezien. Het besluit heeft betrekking op een andere woning en dat betekent dat er geen sluitingsbevel is voor deze woning. Dit is niet...
ABRvS 9 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3206 – Wanneer is een inrichting “voor het publiek geopend” in de zin van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19?
“Beoordeling 15. Anders dan de rechtbank, is de Afdeling van oordeel dat Het Smaakhuis in de regel niet geopend is, en dus ook op 18 januari 2021 niet geopend was, voor publiek in de zin van artikel 4.a1, eerste lid, van de Trm. Onder het begrip ‘publiek’ wordt ingevolge artikel 1.1 van de Trm verstaan:...
ABRvS 9 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3217 – Boete van €1.250,- gematigd wegens draagkracht: appellant ontvangt maar €65,- leefgeld per week. Boete gematigd met 75%
“Boete 4.7. De minister heeft bij het opleggen van de boete rekening gehouden met de omstandigheid dat [appellant] geen enkele examenpoging heeft gedaan en geen opleiding binnen de originele inburgeringsperiode heeft gevolgd. In overeenstemming met de Beleidsregel boetevaststelling inburgering heeft de minister de maximale boete van € 1.250,00 opgelegd. De Afdeling verwijst naar haar uitspraak...
CBb 8 november 2022, ECLI:NL:CBB:2022:741 – geen procesbelang meer: last is uitgevoerd en overtreding kan zich niet nog een keer voordoen. Er is verder geen dwangsom verbeurd. Het verkrijgen van een vergoeding van het griffierecht levert geen procesbelang op.
2. Appellant was ten tijde van bovengenoemde besluitvorming honden- en kattenfokker en exploiteerde een honden- en kattenhandel in [plaats] . Op 6 juni 2019 en 25 juni 2019 heeft een toezichthouder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een inspectie uitgevoerd op het adres van appellant. Volgens de toezichthouder heeft appellant de Wet Dieren en...